Opdracht 10
Er is een jongen.
Er zijn jongens.
Er is een meisje.
Er zijn meisjes.
Yves chat met de vriend van Pascale.
Yves chat met de vrienden van Pascale.
Eric chat met de vriendin van Yves.
Eric chat met de vriendinnen van Yves.
1 In de eerste twee zinnen veranderen un en une bij het meervoud in des.
2 In de laatste twee zinnen veranderen le en la bij het meervoud in les.
3 een s
4 In het Nederlands is er geen lidwoord.
Maak jouw eigen website met JouwWeb